Dry Needling

Wat is Dry needling?
Dry needling is een relatief nieuwe, Westerse behandeltechniek met behulp van acupunctuurnaalden. Met deze naalden worden triggerpoints in spieren aangeprikt.
Wat zijn triggerpoints?
Een triggerpoint is een lokale verkramping in een spier. Door deze lokale verkramping kunnen er pijnklachten in het gebied van de spier, maar ook pijnklachten richting de arm of het been ontstaan. Dit fenomeen wordt ook wel ‘referred pain’ genoemd.
Verschillen Dry needling en Acupunctuur?
Dry needling wordt uitgevoerd met acupunctuurnaalden. Deze naalden zijn niet te vergelijken met holle naalden, die gebruikt worden bij een injectie. Bovendien zijn er een aantal verschillen tussen Dry needling en acupunctuur:

  1. Acupunctuur is een Oosterse techniek, waarbij er geredeneerd wordt vanuit energiebanen.
  2. Acupunctuur naalden worden vaak oppervlakkig ingebracht en blijven voor langere tijd zitten. Dry needling wordt specifiek gericht op triggerpoints, die meestal meer in de diepte liggen. Bovendien blijft de naald maar voor korte duur zitten.
  3. Acupunctuur wordt vaak toegepast middels meerdere naalden. Bij Dry needling wordt er te allen tijde één naald tegelijk gebruikt.

Dry Needling in de praktijk:

Hoe werkt het?
De therapeut plaatst het buisje met de naald op de plek van het triggerpoint en ‘tapt’ de naald erin. Vervolgens gaat de therapeut met de naald opzoek naar het triggerpoint.
Hoe voelt Dry needling?
Het ‘intappen’ van het naaldje voelt u bijna niet. Vervolgens kan er een dof, drukkend gevoel optreden wat aanvoelt als een soort verkramping van de spier. Wanneer het triggerpoint wordt aangeprikt spant de spier lokaal heel kort aan. Dit kunt u herkennen als een soort reflex. Vervolgens ontspant de spier zich weer.
Wat kost Dry needling?
Dry needling is onderdeel van een normale fysiotherapeutische behandeling. Dit houdt in dat er geen extra kosten voor Dry needling gerekend worden, indien u aanvullend verzekerd bent voor fysiotherapie.



Wat is E.P.T.E.?

E.P.T.E. is een behandelmethode voor pijnklachten aan pezen en spieren. Onder geleide van echografie wordt op de plaats van de overbelasting een dunne naald ingebracht. De Naald is vergelijkbaar met de naald die gebruikt wordt bij acupunctuur. Deze naald zal stroom geleiden precies in het overbelastinggebied.

De effecten van E.P.T.E. hangen samen met een chemisch en fysiologisch proces dat in het specifiek te behandelen gebied tot stand komt, zoals een verbeterde circulatie, aanmaak van het groeihormoon en bevordering van de lokale celstofwisseling. E.P.T.E. bevordert het lichaamseigen herstelvermogen direct op de plek waar dat nodig is!




Duimbasisartrose

 

Slechts 15% van alle patiënten besluit om na de behandeling nog een chirurgische ingreep te ondergaan. Waarom patiënten overgaan tot een chirurgische ingreep moet blijken uit vervolgonderzoek. Tsehaie hoopt dat door dit grootschalig onderzoek hij bijdraagt aan betere zorg voor patiënten met deze vorm van artrose: “Hopelijk zien artsen door deze resultaten in dat niet alleen een chirurgische ingreep maar ook de combinatie van spalken en handtherapie een reële optie is bij de behandeling van duimbasisartrose”, aldus Tsehaie.
Voor de behandeling van duimbasisartrose zijn de afgelopen decennia vele niet-chirurgische en chirurgische behandelingen bedacht. Niet-operatieve ingrepen zoals spalken en handtherapie worden vaak ingezet, echter was de effectiviteit tot nu toe onbekend. Het onderzoek van Tsehaie is het eerste dat het effect van deze niet-chirurgische ingrepen op grote schaal in kaart heeft gebracht. In zijn onderzoek heeft hij 809 patiënten met duimbasisartrose onderzocht. Zij ondergingen 3 maanden lang een gecombineerde behandeling van spalken en handtherapie. Voordat ze behandeld werden is de mate van pijn en functie gemeten en een jaar na de ingreep weer. Dit gebeurde aan de hand van verschillende schalen met scores van 0 tot 100. Hogere scores op de pijnschaal (Visual Analogue Scale) geven verslechtering aan (0=pijnloos tot 100=ergst mogelijke pijn) terwijl bij de functieschaal (Michigan Hand Questionnaire) een hogere score een verbetering aangeeft (0=geen functie tot 100=perfecte functie). Gemiddeld gaven de patiënten aan 34% minder pijn te voelen na de behandeling dan ervoor (pijnscore van 62 naar 41). Verder blijkt dat de ingreep ook effectief is voor patiënten in een vergevorderde stadium van duimbasisartrose, die vaak kampen met meer pijn en bewegingsbeperking. Deze groep gaf aan na drie maanden gemiddeld 39% minder pijn te voelen dan voor de behandeling (pijnscore van 90 naar 55). Ook het functioneren van de hand gaat er op vooruit, zij het minder hard en vooral in de eerste zes weken. De patiënten ervaren gemiddeld 9% verbetering van de handfunctie (functiescore van 65 naar 71,5).

Eerste onderzoek op grote schaal

Artrose aan de duim (ook wel duimbasisartrose) is een chronische gewrichtsziekte, die vooral vrouwen op latere leeftijd treft. Bij artrose slijt de kraakbeenlaag, waardoor de botten direct met elkaar in contact komen. Het levert pijnklachten op en vaak kunnen patiënten steeds moeilijker knijpbewegingen maken, zoals potten opendraaien of schrijven. De oorzaak van deze vorm van artrose is bijna altijd onbekend.
Het behandelen van patiënten met artrose aan de duim door middel van handtherapie en spalken, zorgt voor minder pijn en een betere handfunctie dan eerder bekend was. Dat blijkt uit het onderzoek van promovendus Jonathan Tsehaie, aangesloten bij de Xpert Clinic en het Erasmus MC in Rotterdam. De NVPC (Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie) schat dat ongeveer één miljoen vrouwen boven de 55 jaar afwijkingen heeft in het duimbasisgewricht. Daarvan kampt een deel met klachten zoals zeurende pijn en een afwijkende stand van de duim. Momenteel worden verschillende chirurgische en niet-chirurgische behandeltechnieken toegepast bij deze vorm van artrose. Vanwege schaars onderzoek met wisselende uitkomsten werden niet-operatieve ingrepen zoals spalken en handtherapie als weinig effectief gezien, tot vandaag. Tsehaie promoveerde op 3 juli aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam.


Effectieve therapie bij Carpaal Tunnel Syndroom


Hoe eerder je Carpaal Tunnel Syndroom (CTS) behandelt, hoe sneller de patiënt weer pijnvrij kan functioneren. Onderzoek in Nederland wijst uit dat de behandeling met Phystrac leidt tot 70% minder operaties. Steeds meer CTS patiënten worden met het Phystrac-tractieapparaat behandeld. Deze behandelmethode is eenvoudiger en bewezen effectiever dan een operatie.

Het Phystrac-tractieapparaat maakt gebruik van de zwaartekracht. De onderarm en elleboog worden met fixatiebanden op de juiste plaats gehouden, terwijl de band om de pols is bevestigd aan een gewichtsmechanisme. Zo kan op een gecontroleerde manier en heel gedoseerd tractie (trekkracht) worden gegeven aan de onderarm en pols. Het gevolg van deze beweging is dat de bij CTS betrokken spieren en ligamenten (een band van bindweefsel om een gewricht) kunnen ontspannen. De druk in de tunnel neemt af, waardoor de afgeklemde zenuw weer ruimte krijgt en de klachten afnemen.
Bij ernstige gevallen van CTS was een chirurgische ingreep vaak de enige uitweg. Nog steeds ondergaat een deel van de CTS-patiënten een operatie. Dit kan de klachten verminderen, maar in circa 30 procent van de gevallen leidt een operatie niet of nauwelijks tot verbetering. Er is zelfs een reëel risico dat de functie van de hand niet meer volledig terugkomt. Ook voor zwangere vrouwen of vrouwen in de overgang met CTS kan het een geweldige uitkomst zijn, omdat de pijnstillende mogelijkheden gedurende de zwangerschap beperkt zijn. Laat staan operatief ingrijpen.
In Nederland werken er op dit moment diverse fysiotherapeuten met het Phystrac tractieapparaat. Zij hebben de afgelopen jaren vele duizenden door artsen en neurologen doorverwezen CTS patiënten behandeld. Van de behandelde patiënten is 70% na 12 tot 14 behandelingen klachtenvrij. Dit geldt ook voor patiënten die in een eerder stadium aan CTS waren geopereerd.

Handcentrum Midden Limburg beschikt over het Phystrac tractieapparaat en heeft al de benodigde ervaring opgedaan in het behandelen van CTS. De behandelingen worden door de zorgverzekeraar vergoed uit de aanvullende verzekering voor fysiotherapie. Voor informatie kunt u contact opnemen met 0475 468494 of mailen naar info@handcentrummiddenlimburg.nl


 

Flywheel training

 

Flywheel training wordt in de fysiotherapie als effectieve trainingsmethode ingezet als revalidatiemiddel, maar ook voor blessurepreventie en valpreventie. Het kan worden gebruikt als een alternatieve training maar kan ook zeker worden gecombineerd met traditionele krachttraining. Flywheel training heeft als uniek voordeel de excentrische overload, dat in andere vormen van krachttraining en medische fitness niet, of in mindere mate voorkomt.

Verschillende wetenschappelijke artikelen tonen aan dat excentrisch trainen middels flywheel training geschikt is voor verbetering van prestaties van (top-)sporters.
Het vliegwiel breng je zelf in beweging d.m.v. kracht. Gedurende het gehele bewegingstraject ontstaat er weerstand. Dit komt door de continu tegenwerkend kracht. Het vliegwiel maakt gebruik van stalen ronde schijven die om de as gemonteerd zijn. Om de as zit een koord gedraaid, zoals bij een jojo. Door middel van verscheidene handvatten of een harnas kan deze as in beweging worden gebracht. De schijf gaat draaien en het koord wordt helemaal uitgerold en wordt uiteindelijk automatisch weer opgerold. Met dezelfde weerstand in de excentrische fase breng je het wiel weer tot stilstand, om vervolgens de volgende herhaling in te zetten.

Verschil tussen flywheel training en reguliere krachttraining.
Flywheel geeft constante weerstand over het gehele bewegingstraject door het draaiende vliegwiel. De kracht die concentrisch wordt gegeven vertaald zich in directe excentrische kracht. Hoe harder je de oefening inzet, hoe harder dat deze excentrisch geremd moet worden. Het werkt als een jojo-effect. Hierdoor haal je het maximale uit iedere herhaling. Bij reguliere krachttraining bereik je dit effect pas bij het laatste aantal herhalingen.

Excentrisch trainen
Mensen voeren verschillende bewegingen uit tijdens hun dagelijkse bezigheden. Om deze bewegingen uit te kunnen voeren maken we gebruik van onze spieren. Iedere beweging die we maken is het resultaat van spieren die samentrekken en weer ontspannen. De mens is bij al zijn bewegingen afhankelijk van zijn spieren. De kracht die door je spieren geleverd wordt bestaat uit drie verschillende bewegingen: isometrische aanspanningen, excentrische bewegingen en concentrische bewegingen. De excentrische bewegingen zijn bewegingen waarbij de spiervezels verlengen en bij concentrische bewegingen verkorten de spieren juist. Bij isometrische bewegingen verandert de lengte van de spier niet.

Trainingsdoelen
-Pijn reductie
-Weefsel structuur verbetering
-Coördinatie en stabiliteit verbeteren
-Vermogen verhogen

Patiëntengroepen
-Tendinopathie
-Orthopedische revalidatie
-Sport revalidatie
-Geriatrische patiënten.
-Preventie (sportblessures, vallen)

Waarom flywheeltraining?
- Sneller resultaat doordat iedere herhaling een maximale weerstand heeft over het gehele bewegingstraject.
- Hierdoor efficiënter dan trainen met losse gewichten.
- Zwaarder kunnen trainen.
- Nadruk ligt op excentrische overload.


_________________________________________________________________________________

Algemene trainingsprincipes

Het principe van individualiteit

Niet iedereen is gemaakt met dezelfde aanpassingsmogelijkheden op fysieke training. Erfelijkheid speelt een grote rol bij de mate en snelheid waarmee uw lichaam zich aanpast van een trainingsprogramma. Bij geen twee mensen zijn de genetische eigenschappen gelijk, dus is het onwaarschijnlijk dat mensen precies dezelfde reacties laten zien op eenzelfde trainingsprogramma. Variaties in celgroei, stofwisseling, regulatie van het hart / long systeem en zenuw- en endocriene regulatie leiden ook tot enorme individuele verschillen. Deze individuele variatie kan verklaren waarom sommige mensen grote verbeteringen laten zien door het meedoen aan een trainingsprogramma (zogenaamde responders), terwijl anderen weinig of geen veranderingen bemerken na het volgen van precies het zelfde programma (de non-responders). Om deze reden moet elk trainingsprogramma rekening houden met specifieke noden en mogelijkheden van de personen voor wie het is ontworpen. Verwacht niet dat elk individu exact dezelfde mate van verbetering zal vertonen ook als ze hetzelfde programma volgen!

Het principe van specificiteit

Trainingsaanpassingen zijn zeer specifiek voor het soort activiteit en voor de omvang en de intensiteit van de uitgevoerde inspanning. Om het piekvermogen van zijn spieren te verbeteren, zal een kogelstoter bijvoorbeeld géén nadruk gaan leggen op lange duurlopen of op langzame weerstandstraining met lage intensiteit. Hij of zij moet explosief vermogen ontwikkelen. Evenzo zal de marathonloper zich niet richten op korte, sprintachtige intervaltrainingen. Dit is waarschijnlijk de reden dat sporters die tranen op kracht en explosiviteit, zoals gewichtheffers, vaak veel kracht bezitten, maar zich qua conditioneel uithoudingsvermogen niet onderscheiden van ongetrainde.
Het trainingsprogramma moet zich vooral richten op de aspecten die van belang zijn voor de betreffende sport, om zo specifieke trainingseffecten te bereiken.

Het principe van reversibiliteit

Krachttraining verbetert de spierkracht en weerstand tegen spiervermoeidheid. Evenzo verbetert duurtraining de mogelijkheden om conditionele inspanningen te verrichten op hogere intensiteit en/of met langere duur. Maar als u minder gaat trainen of stopt met training, zullen deze fysiologische aanpassingen die voor deze verbeteringen zorgen, weer afnemen en verdwijnen. Alle winst die u behaalde door training zal verloren gaan. Dit geeft onderbouwing voor de uitspraak ‘Rust roest’. Een effectief trainingsprogramma moet ook een onderhoudsplan bevatten dat zorgt dat de trainingseffecten behouden blijven.

Het principe van progressieve belasting

Twee belangrijke concepten, overbelasting en progressieve training, vormen het fundament van alle training. Bij dit principe wordt de belasting van het lichaam systematisch verhoogd om continu vooruit te gaan. Om bijvoorbeeld sterker te worden, moeten de spieren worden ‘overbelast’, wat betekent dat ze zwaarder worden belast dan normaal. Progressieve weerstandstraining houdt in dat als de spieren sterker worden er een grotere weerstand of toename in herhalingen, of beide, nodig is om verdere krachttoename te stimuleren.
Een voorbeeld: een jonge vrouw kan net 10 herhalingen doen bij bankdrukken met 30 kg. Na een week of twee weken krachttraining zou zij in staat moeten zijn zicht te verbeteren naar 14 of 15 herhalingen met hetzelfde gewicht. Dan voet zij 2,5kg toe. Haar herhalingen vallen terug naar 8 of 10. Als zij verder traint gaat het aantal mogelijke herhalingen weer omhoog, en na opnieuw een week of twee is zij zo ver om weer 2,5kg toe te voegen aan het te tillen gewicht. De verbetering is dus afhankelijk van een progressieve toename in het gewicht dat kan worden getild. Op dezelfde manier kan bij conditionele trainingen de trainingsomvang (intensiteit en duur) worden vergroot.

Het principe van variatie

Ook wel het principe van periodisering genoemd. Dit is het planmatig wisselen van specificiteit, intensiteit en omvang van training om de trainingsprikkel uitdagen en effectief te houden. De trainingsintensiteit en de trainingsomvang zij de meest gebruikte variabelen om maximale fitheid en prestaties te bereiken. Een voorbeeld is de klassieke periodisering. Deze gebruikt in het begin een hoge trainingsomvang met een lage intensiteit, later daalt de omvang en gaat de intensiteit geleidelijk omhoog. Het belangrijkste binnen dit principe is dat een of meer trainingsvariabelen over de tijd veranderd om het effect van de training te maximaliseren. Systemisch variatie van intensiteit en omvang van de training is het effectiefst voor verbetering op de lange termijn. Dit houdt de training ook leuk!

Kom jij terug van een blessure en wil je jezelf op trainen naar je oude niveau of zelfs hoger?
Neem dan contact met ons op, om zo met de juiste begeleiding jouw doelen te behalen!

_________________________________________________________________________________

Auw mijn rug!

We kennen het bijna allemaal wel, zeker de 40 plussers onder ons. Je bukt en….. AUW!!!! Het schiet ineens in de rug! Je komt niet overeind en loopt als een oud dametje/mannetje naar de dichtstbijzijnde ondersteuning en blijft daar staan of zitten tot je denkt dat het weer een beetje beter gaat. Soms gebeurt dat ook. Mazzelaar! Maar het kan ook zomaar gebeuren dat dit niet het geval is.

Nu denk je waarschijnlijk, hoe kan dit mij nu gebeuren? Ik deed toch niets geks? Of, ik deed alleen mijn sokken aan? Grote kans in ieder geval dat je niet iets zwaars tilde, maar juist een dagelijkse handeling uitvoerde.

Het is een feit dat wij bijna allemaal heel vaak op een dag bukken, zitten, hangen op de bank of aan een tafel, dus een bolle rug maken en vrijwel niet achterover strekken met onze wervelkolom. Hierdoor ontstaat er een cumulatieve overbelasting in 1 richting. En dan is er maar een kleine handeling nodig (de bekende druppel die de emmer doet overlopen) en dan…….AUW!!!

De komende week zie je een aantal tips op onze Instagram / Facebook om de kans een stuk kleiner te maken dat dit zal gebeuren en hoe McKenzie therapie je hierin kan helpen.

_________________________________________________________________________________

Valrisicoanalyse

Bent u niet zeker van uw huidige status met betrekking tot vallen na het lezen van het onderstaand stukje over vallen? Beantwoord deze 3 vragen:

  • Bent u de afgelopen 12 maanden gevallen?
  • Heeft u moeite met bewegen of lopen?
  • Bent u bang om te vallen?

Indien u minimaal 2 vragen met ja beantwoord, komt u in aanmerking voor een valrisicoanalyse.
Een valrisicoanalyse bestaat uit verschillende onderdelen waarmee het valgevaar wordt beoordeeld en daarop volgt eventueel een behandeling.
Wilt u meer informatie over dit onderwerp? Bel of mail gerust naar info@fit-fysio.nl!
Op het laatst van de week komen er oefeningen op Instagram die u preventief kunt uitvoeren voor de mobiliteit te verbeteren.

 

Vallen

Vallen komt veel voor bij ouderen. Het is niet vreemd dat een opa, oma, vader of moeder of misschien uzelf het eens hebben meegemaakt. Vaak wordt vallen onderschat of er wordt gedacht dat dit bij de leeftijd hoort. Toch kan vallen een grote impact hebben op de zelfstandigheid van een oudere. Mogelijke gevolgen van een val kunnen zijn: een breuk, pijnklachten, angst om te bewegen of immobiliteit. Hoe ouder iemand is, des te groter de kans is dat gevolgen meer impact hebben.
Vallen kan meerdere oorzaken hebben, bijvoorbeeld mobiliteitsproblemen, verminderd zicht, onveiligheid in huis en cognitieve beperking (denkvermogen). Er zijn nog veel meer factoren die een rol kunnen spelen. Daarom is het belangrijk dat er samen met u wordt gekeken naar welke factoren bij u of uw naaste van toepassing zijn, wanneer u (vaker) valt.

Het is niet zo dat élke val per definitie ernstige gevolgen heeft, maar het is wel goed om alert te zijn. Het is beter om de gevolgen van een val te voorkomen dan te genezen!
Wilt u graag meer weten over dit onderwerp? In de loop van de week volgt nog meer informatie op Instagram en de blog!


_________________________________________________________________________________

Handtherapie? Bestaat dat?
Wat voor klachten worden dan behandeld?

 

Dit zijn vragen die we helaas nog regelmatig horen.
Jazeker, handtherapie bestaat! Handtherapie is een combinatie van fysiotherapie en ergotherapie, gegeven door speciaal opgeleide deskundige. De handtherapeut is uitstekend op de hoogte van de anatomie van de hand en van de verschillende letsels en aandoeningen. Wij werken nauw samen met de huisarts, handchirurgen en andere medische specialisten, waardoor u de beste kans heeft op een goed herstel.

Het soort klachten dat we behandelen is heel divers. Denk bijvoorbeeld aan; artrose klachten, postoperatieve klachten, restklachten na een fractuur, carpaaltunnelsyndroom….over deze specifieke klachten de volgende keer meer.

Doordat de handen het mooiste gereedschap zijn dat we bezitten, kunnen klachten van de handen ons veel hinder en beperkingen laten ervaren. Daarom verdienen ze een gespecialiseerde behandeling.
Ervaart u klachten aan uw handen, heeft u vragen, wil u graag een afspraak maken, neem dan contact met ons op.


_________________________________________________________________________________

BPPD dus, wat is dat precies?

Het thema van deze week is dus Benigne Paroxysmale Positie Duizeligheid (BPPD): een duizeligheidsvorm, veroorzaakt door een probleem in het evenwichtsorgaan. De naam van deze aandoening klinkt voor u misschien gevaarlijker, of ernstiger dan het is. Om uit te leggen wat BPPD precies inhoudt, zullen we eerst eens nagaan wat deze naam precies betekent.
Benigne is het wetenschappelijke woord voor ‘goedaardig’ of ‘ongevaarlijk’. Paroxysmaal wilt zeggen dat de klachten ‘in aanvallen optreden’. We hebben bij BPPD dus te maken met een vorm van duizeligheid, die ongevaarlijk (!) is en in aanvallen optreedt, afhankelijk van de positie van ons hoofd.

BPPD kenmerkt zich door acute draaiduizeligheid, het gevoel alsof de hele wereld ‘om u heen draait’. Dit nare gevoel ontstaat bij bewegingen, bijvoorbeeld als u gaat liggen en/of bij omdraaien in bed. Maar wat gebeurt er nu eigenlijk, bij een aanval van BPPD? Om hier goed antwoord op te kunnen geven, moeten we samen even inzoomen op de anatomie van het evenwichtsorgaan.


Zoals ik in het vorige blog al vertelde ligt het evenwichtsorgaan diep in onze oren. Het bestaat uit meerdere delen, zoals het slakkenhuis (cochlea) en de halfcirkelvormige kanalen. Vlak achter het slakkenhuis bevindt zich een gebied dat in het latijn ‘utriculus’ wordt genoemd. In dit gebied bevinden zich een soort kristalletjes (otolieten), ook wel ‘oorgruis’ genoemd. Deze kristalletjes worden in de loop van de tijd regelmatig ververst. Als je BPPD hebt, dan zijn een paar van deze kristalletjes per ongeluk vervoerd naar de halfcirkelvormige kanalen. In de halfcirkelvormige kanalen bevinden zich trilhaartjes en er loopt water doorheen (zie onderstaand plaatje).


Door de constante stroom van water verplaatsen de haartjes zich. Iedere positieverandering van de trilhaartjes wordt direct doorgegeven aan de hersenen. Hierdoor kunnen de hersenen bepalen wat de stand van uw hoofd is, ten opzichte van uw lichaam.
Bij BPPD zijn er, zoals gezegd, per ongeluk kristalletjes terecht gekomen in de halfcirkelvormige kanalen. De stroming van het water wordt hierdoor verstoord. Zodra u uw hoofd nu gaat bewegen, en het water beweegt, raken de hersenen in de war en weet u even niet meer wat uw positie is; het nare gevoel van draaiduizeligheid ontstaat. Zodra de normale stroming van het water weer herstelt, verdwijnt ook de aanval van duizeligheid.

De aanvallen van draaiduizeligheid duren over het algemeen kort (minder dan een minuut), maar zijn zeer heftig. Toch is BPPD, zoals gezegd, een onschuldige aandoening. Dat wilt zeggen dat de duizeligheidsklachten binnen enkele weken tot maanden spontaan kunnen verdwijnen. Gemiddeld duren de klachten in totaal, zonder behandeling, zo’n 6 weken. In enkele gevallen komt de duizeligheid weer terug, of blijkt de duizeligheid toch langer aan te houden.

Ook als uw klachten binnen 6 weken spontaan zouden verdwijnen, kan dit in de tussentijd echter tot enorme beperkingen van uw dagelijkse, sociale en werkgerelateerde activiteiten leiden. Doordat iedere positieverandering van het hoofd een gevoel van draaiduizeligheid kan geven voelen mensen zich vaak erg onzeker. Ze trekken zich, gedurende de periode van duizeligheidsklachten, tijdelijk terug van alle sociale activiteiten, maar ook thuis kan BPPD voor een behoorlijk naar gevoel zorgen.

Wat als ik nu vertel dat BPPD bij een juiste diagnose zéér effectief kan worden behandeld door een manueel therapeut? Middels de zogenaamde Epley-manoeuvre kunnen klachten van het achterste halfcirkelvormige kanaal uitstekend worden behandeld. Binnen één of twee gerichte behandelingen met bijbehorende adviezen bent u vaak al van uw klachten af! Ook voor een probleem in de andere kanalen bestaan er goede behandeltechnieken.

Benieuwd hoe zo’n behandeling met de Epley-manoeuvre eruit ziet? Houd dan onze facebook- en instagrampagina in de gaten. Vrijdag volgt er meer info!
 

Duizeligheid; wat kan de manueel therapeut daarmee?

Duizeligheid is een veel voorkomend probleem. Het komt voor bij 1,8% van de jong-volwassenen en bij maar liefst 30% van de ouderen. De oorzaak kan enorm divers zijn, maar wat alle vormen van duizeligheid met elkaar gemeen hebben, is dat het flinke problemen op kan leveren voor het functioneren in het dagelijks leven. Mensen die duizelig zijn voelen zich vaak onzeker, durven soms niet meer deel te nemen aan het verkeer of sociale activiteiten en hebben zorgen over waar de duizeligheid vandaan komt.

Zoals gezegd kan duizeligheid een groot aantal oorzaken hebben. En vaak is het zelfs een combinatie van verschillende oorzaken die de duizeligheid triggert! De manueel therapeut kan u op weg helpen door, samen met u, op zoek te gaan naar de (meest waarschijnlijke!) oorzaak van uw duizeligheid. Allereerst is het belangrijk om te achterhalen of er mogelijk een ernstige onderliggende oorzaak aanwezig kan zijn voor de duizeligheid. We noemen dit een zogenaamde ‘screening’. De therapeut zal u hiervoor een aantal gerichte vragen stellen, waar u met ja of nee op kunt antwoorden. Aan de hand daarvan kunnen we inschatten of het nodig is om (eerst) even bij de huisarts langs te gaan voor eventueel verder onderzoek, voordat we gaan behandelen. Gelukkig is de oorzaak van de duizeligheid in verreweg de meeste gevallen onschuldig! Dat neemt echter niet weg, dat de klachten dus heel erg vervelend kunnen zijn.

Om de oorzaak van de duizeligheid zo goed mogelijk vast te kunnen stellen, is het belangrijk om te bedenken wat voor ‘soort’ duizeligheid u ervaart. Is het een licht gevoel in het hoofd? Wordt het zwart voor de ogen? Staat u onzeker op de benen? Of heeft u echt het idee dat de wereld ‘om u heen draait’? Het gevoel alsof u net uit een ronddraaiende (kermis)attractie bent gestapt, maar dat gevoel meerdere keren per dag!

Duizeligheid wordt hoe dan ook veroorzaakt doordat de hersenen tegenstrijdige informatie binnenkrijgen vanuit verschillende lichaamsdelen. In onderstaand plaatje zien we dat de hersenen continue informatie binnenkrijgen vanuit de ogen, vanuit het evenwichtsorgaan (dat ligt diep in onze oren), vanuit het bovenste gedeelte van onze nek en vanuit alle andere spieren, gewrichten en bandjes in ons lichaam (hoofdzakelijk vanuit onze voeten).


Al deze lichaamsdelen geven informatie over onze positie t.o.v. de ruimte om ons heen. Staan we rechtop, of staan we gebogen? Kijken we omhoog of omlaag? Naar links of naar rechts? Staan we op een vlakke grond, of op een helling? Bewegen we of staan we stil? Zonder dat we het in de gaten hebben wordt deze informatie continue, de hele dag door, doorgegeven aan en verwerkt door onze hersenen! Gelukkig staan we daar het grootste deel van de tijd niet bij stil. Dat komt omdat alle informatie normaal gesproken met elkaar overeenkomt, waardoor we precies weten waar we ons bevinden en hoe we op dat moment bewegen. Op het moment dat er echter tegenstrijdige informatie binnenkomt, komt de informatieverwerking van de hersenen in de problemen. De hersenen weten als het ware niet meer welke informatie ze moeten geloven. Ze zijn niet ‘zeker’ van uw positie op dat moment. Deze ‘mismatch’ kan zorgen voor een misselijk of duizelig gevoel. “Zeeziek” voelen is hier een bekend voorbeeld van! U staat op het dek van een schip en uw ogen zien de golven heen en weer bewegen. Het schip gaat weliswaar op en neer over de golven, maar in principe staat u stil. De informatie vanuit uw lichaam (dat u stil staat) en uw ogen (dat u lijkt te bewegen) komt niet met elkaar overeen en u wordt spontaan misselijk. Niet voor niets helpt het dan vaak om in de verte naar de horizon te kijken! Het creëren van een stilstaand beeld voor de ogen, komt op die manier weer overeen met wat het lichaam zegt. Namelijk; we staan stil! Doordat de informatie weer met elkaar overeenkomt, verdwijnt de misselijkheid.

Nu zult u zich voor zeeziekte natuurlijk niet bij ons in de praktijk melden, maar wanneer duizeligheid wordt veroorzaakt door tegenstrijdige informatie vanuit bijvoorbeeld de nek en het evenwichtsorgaan kan manueel therapie in bepaalde gevallen heel goed helpen! Het is een te uitgebreid thema om dat nu allemaal uit te leggen, maar deze week zal ik verder met u ingaan op één specifieke vorm van duizeligheid, waar een manueel therapeut u heel goed bij kan helpen; namelijk BPPD (Benigne Paroxysmale Postitie Duizeligheid). Dit is een onschuldige vorm van duizeligheid, die wordt veroorzaakt vanuit het evenwichtsorgaan en die aanvalsgewijs zorgt voor het gevoel dat de hele wereld om u heen draait. Een enorm vervelend gevoel, dat u erg onzeker kan maken. Maar met 1 of 2 gerichte behandelingen (met bijbehorende adviezen) kunt u er vaak volledig vanaf zijn!

Benieuwd hoe? Volg dan deze week onze instagram- en facebookposts! Voor meer informatie over duizeligheid in het algemeen, kunt u altijd een afspraak bij ons maken. Stuur een mailtje naar info@fit-fysio.nl of bel naar 0475-468494.

_________________________________________________________________________________

Dit moet u weten om van uw peesklacht af te komen!

  1. Peesklachten verbeteren vaak niet door het nemen van volledige rust. De pijn kan verminderen of tijdelijk weg zijn, maar zal terugkeren zodra de pees weer belast wordt. Rust doet niets om de belastbaarheid van de pees te verhogen. Gerichte krachttraining kan hierbij helpen.
  2. Oefentherapie moet afgestemd worden op de pijnklachten en belastbaarheid van de patiënt. De pees moet belast worden tot het niveau dat de pees kan verdragen. Vervolgens moet dit niveau langzaam worden opgebouwd. Dit zorgt uiteindelijk voor een betere belastbaarheid van de pees in het dagelijks leven.
  3. Tegenwoordig wordt een peesklacht niet meer beschouwd als een klassiek ontstekingsproces. We spreken dan ook niet meer van een peesontsteking, maar van een peesirritatie of tendinopathie. Pijnmedicatie kan helpen als u zeer veel pijn ervaart, maar het heeft weinig effect op het herstel van de pees.
  4. Peesklachten worden vaak veroorzaakt door een plotselinge verandering in belasting. Een bekend voorbeeld is het te snel opbouwen van het aantal kilometers hardlopen. Dit kan achillespeesklachten tot gevolg hebben. Sommige mensen lopen meer risico om peesklachten te ontwikkelen, bijvoorbeeld een slechte conditie en belastbaarheid of systemische factoren zoals leeftijd, menopauze.
  5. Het beeldvormend onderzoek (zoals echografie) loopt niet gelijk met de mate van de pijn of peesirritatie. Men kan scheurtjes en kalkvorming hebben zonder dat men last heeft van de pees in het dagelijks leven. Dit zegt niets over het succes van de behandeling. U kunt veel minder pijn ervaren terwijl op de echo nog een forse weefselverandering te zien is. De therapie heeft dus als doelstelling het beter functioneren in het dagelijks leven, niet zo zeer het veranderen van de echografische bevindingen.
  6. Er zijn geen “short cuts” in peesrevalidatie. Een tendinopathie reageert helaas langzaam. Het kost tijd om een pees op te bouwen in kracht, dit kan 3 maanden of langer duren. Uw fysiotherapeut is de uitgewezen persoon om u succesvol te begeleiden bij uw herstel.

Wilt u meer te weten komen over peesklachten? Neem dan contact met ons op.

_________________________________________________________________________________

Ademfrequentie

Voordat ik iets ga vertellen over ademfrequentie wil ik je vragen om te testen wat je ademfrequentie is. De test is simpel. Pak de stopwatch van je telefoon en time hoe vaak jij ademt in een minuut en onthoud dit getal. Tuurlijk, je gaat nu op je ademhaling letten en daardoor misschien juist wel langzamer of sneller ademen. Dus de test is niet 100% waarheidsgetrouw. Maar toch geeft het een indicatie over de frequentie van je ademen.Als ik je nu vertel dat je maar 6-8 keer per minuut hoeft te ademen?

Grote kans dat jouw ademfrequentie een stuk hoger is. Dit is het geval bij de meeste mensen in de Westerse samenleving. Je ademfrequentie wordt hoger onder invloed van stress, spanning en veel prikkels. Hier hebben we helaas vandaag de dag nogal veel mee te maken in onze westerse maatschappij.

De hogere frequentie van ademen kan klachten veroorzaken in je lichaam. Dit komt doordat processen in je lichaam afhankelijk zijn van een goede verhouding tussen zuurstof en koolstofdioxide. En een snelle ademhaling zorgt ervoor dat de koolstofdioxide waarde in je bloed te laag wordt. Hierdoor kun je last krijgen van verschillende kwaaltjes zoals: maagzuur, hoofdpijn, piekeren, vermoeidheid, hartkloppingen, benauwdheid en koude handen.

De komende week laat ik je zien hoe jij je ademfrequentie kan gaan verlagen en zo dus bovenstaande klachten kunt laten afnemen.
Na het lezen van dit bericht zou je al kunnen starten met langzamer en zo dus minder frequent te ademen.


_________________________________________________________________________________

Lekker Chillen op je billen!

De vakanties zijn begonnen, zeker dit jaar is het een tijd die veel vragen bij ons oproept: Wat mag wel, wat mag niet? Wat kan wel, wat kan niet? Waar doen we goed aan? Wat vooral belangrijk is, dat we aan onze eigen gezondheid blijven werken!

Dit jaar zullen de meeste van ons vakantie houden in eigen land: naar een huisje, hotel, camping of gewoon thuis. In ieder geval proberen we tot rust te komen in de weken dat we niet hoeven te werken. Waar je ook vakantie viert, het is een feit dat we minder doen, dan in onze dagelijkse structuur. We bewegen minder, eten onregelmatig, eten meer en misschien ook wel ongezonder.

Het hangen in de tuinset, op het ligbedje, minder bewegen, lui zijn voor een paar weken is niet gunstig voor de spieren van de lage rug en het bekken. Het is belangrijk om de spieren sterk te houden en dat kan al met een paar makkelijke oefeningen voor thuis of voor op vakantie. Iedereen heeft wel 10 minuten tijd op een dag om die oefeningen te doen.

Ook de darmen snakken naar beweging. Als je gaat wandelen of zwemmen, in plaatst van de auto pakken of aan het zwembad liggen, dan komt de darmbeweging op gang die er voor zorgt dat je minder problemen ervaart met de stoelgang.

Toch is het wel belangrijk dat onze spieren tot rust komen. De boog kan niet altijd gespannen zijn. Ook onze bekkenbodemspieren houden van ontspanning, eigenlijk het hele jaar door. Deze spieren werken onder andere bij, de aandrang om te plassen en te poepen en bij buikdruk verhogende momenten, denk hierbij aan hoesten en niezen. Zijn de spieren te gespannen, dan kunnen we klachten krijgen, ook in onze lage rug / bekken. Hierover de volgende keer meer.

 

Afspraak maken?

Neem contact met ons op:


BEL DIRECT:

0475 - 46 84 94





Fit & Fysio via Whatsapp nu ook via Whatsapp te bereiken